Regels voor gebruik gewasbeschermingsmiddelen
In de lente en zomer gebruiken boeren spuitmachines om met gewasbeschermingsmiddelen gewassen te beschermen tegen ziekten en plagen. Er zijn regels om het oppervlaktewater en het milieu te beschermen. Controleurs van het waterschap controleren of boeren zich aan de voorwaarden houden.
Meer info? Emissiescan: „De vragen zijn belangrijker dan de antwoorden”.
Regels voor gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
In het voorjaar en in de zomer gebruiken boeren spuitmachines om met bestrijdingsmiddelen gewassen te beschermen tegen ziektes en plagen. Er zijn regels om oppervlaktewater, mens en milieu te beschermen. Als boeren zich niet aan de regels houden, komt er te veel gewasbeschermingsmiddel in het slootwater. Dit is slecht voor de waterkwaliteit, voor de mens en de natuur. Daarnaast kan bij veel normoverschrijding de toelating van een middel in gevaar komen.
Controles
Controleurs van waterschap Hollandse Delta controleren in deze periode (ook buiten kantoortijden) of boeren de regels volgen. Overtredingen kunnen een boete of een lagere subsidie betekenen.
Meer informatie? Kijk op:
of op de websites:
Vragen aan het waterschap? Stel ze via agrarischezaken@wshd.nl.
De belangrijkste regels:
✔ Spuitlicentie nodig – Alleen mensen met een spuitlicentie mogen gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. Deze licentie moet iedere vijf jaar worden verlengd.
✔ Goedgekeurde machine – De spuitmachine moet SKL (Stichting Kwaliteitseisen Landbouwtechniek) gekeurd zijn.
✔ Niet spuiten bij harde wind – Maximaal windkracht 3 (5 meter/seconde), bij het spuiten met te veel wind zal het spuitresultaat ook minder zijn. Het gewasbeschermingsmiddel komt dan niet waar het voor bedoeld is.
✔ Regels op het etiket volgen – Volg het WG (wettelijk gebruiksvoorschrift) van het middel op het etiket. In het WG staan specifieke regels voor het te gebruiken middel. Dit kan gaan over een bredere teeltvrije zone, hogere driftreductieklasse, maximum dosering of het aantal toepassingen per teelt.
✔ Veilig vullen – Houd afstand van de sloot bij het vullen van de machine, afhankelijk van de situatie is twee meter over het algemeen een veilige afstand.
✔ Veilig schoonmaken – Reinig de binnenkant van de machine op het perceel waar je het middel heeft toegepast en spuit de restanten over het gewas. De buitenkant van de machine kun je schoonmaken op het perceel, twee keer per jaar op een onverharde bodem of op het erf op een speciaal hiervoor aangelegde wasplaats. Van deze wasplaats mag het water niet in de sloot worden geloosd, maar moet worden verwerkt in een Phytobac, Remdry of Heliosec.
✔ Juiste spuittechniek – Gebruik een spuitmachine met een driftreductieklasse. Deze zijn ingedeeld in 75%, 90%, 95%, 97,5% en 99%. Gebruik je een machine met een specifieke techniek (bijvoorbeeld luchtondersteuning), kijk dan op het informatieblad voor de juiste instellingen. De te gebruiken driftreductieklasse geldt voor het hele perceel, niet alleen langs de sloot.
✔ Juiste hoogte – De spuitboom moet op de juiste hoogte boven het gewas worden gebruikt. Dit is maximaal 50 centimeter. Voor enkele technieken kan een lagere spuitboomhoogte gelden (zie het informatieblad).
✔ Kantdop – Sinds een aantal jaren is het gebruik van een kantdop langs het gehele perceel verplicht, ook als er geen sloten langs de akker liggen.
Meer info? Emissiescan: „De vragen zijn belangrijker dan de antwoorden”.