Watervoorzieningen bij de bouw van een grote schuur
“Als je meer dan 500 m2 verhardt, bijvoorbeeld voor een schuur of voor erfverharding, dan moet je voorzieningen voor water aanleggen voordat je afstromend hemelwater van deze nieuwe verharding mag lozen op de sloot”, legt Mirjam Geurts, beleidsadviseur waterketen en hemelwater uit. Enkele maanden geleden heeft het waterschap de bestaande regels geactualiseerd.
Met dit beleid wil het waterschap ervoor zorgen dat regenwater de grond in kan zakken. Door de bouw van schuren of de aanleg van erfverhardingen, komt het water niet meer ter plaatse in de grond terecht. Geurts: “Deze regel bestond al iets langer, maar toen gold het voor de aanleg van 1500 m2 nieuwe verharding of meer in het landelijke gebied. De aanscherping van de regels is noodzakelijk vanwege de klimaatverandering. Anderzijds bieden de geactualiseerde regels ook meer ruimte om de aanleg van de watervoorzieningen op diverse manieren vorm te geven waarmee ook de waterkwaliteit is gediend.”
Overgangstermijn
De nieuwe beleidsregel is al ingegaan, maar er geldt een overgangsperiode tot 30 juni 2025. Boeren en tuinders die plannen hebben om te verharden of bouwen, moeten er nu al rekening mee houden. Voor de compenserende maatregelen kun je denken aan een extra sloot met een flauw talud, een droge greppel in gebieden waar de zoetwateraanvoer beperkt is of een waterbergingsgebied als er geen andere mogelijkheden zijn voor het graven van water. “De compenserende maatregelen moeten uitgevoerd zijn vóór de bouw of aanleg van het verharde oppervlak. Heb je plannen, praat dan eens met onze vergunningverleners”, adviseert Geurts.
Aanvullende informatie vind je op de pagina Beleidsregel 11 op deze website.