Waterbeheer

Waterschap Hollandse Delta zorgt op de Zuid-Hollandse eilanden voor schoon en voldoende water. De vijf eilanden worden omringd door dijken of duinen, die het land beschermen tegen de rivieren en de zee. Het gebied achter de dijken en duinen noemen we polders. In de polders liggen dorpen, steden en landelijke gebieden met sloten en plassen.
 

Regenwater

Regenwater alleen kan er niet voor zorgen dat er altijd voldoende water in de sloten zit. Als er in de zomer langere tijd bijvoorbeeld geen regen valt, verdampt het water. Boeren kunnen hun gewassen op het land dan niet meer beregenen met slootwater. In perioden dat het juist heel veel regent, kunnen de sloten overlopen. Om ervoor te zorgen dat er voldoende water is, heeft het waterschap kunstwerken zoals gemalen, stuwen en sluizen. 

Inlaten en gemalen

Bij een tekort aan water laat het waterschap water uit rivieren en kanalen de polder instromen naar de sloten en plassen van de polder. Bij een teveel aan water, wordt dit water weer teruggepompt naar de rivieren of kanalen. De kunstwerken die het waterschap gebruikt om het water in en uit de polder te pompen zijn inlaten en gemalen. 

Stuwen en sluizen

Het water in sloten en plassen wordt gebruikt voor natuur, industrie, recreatie en landbouw. Al deze functies vereisen een bepaalde waterhoogte. Er moet voldoende water zijn, niet te veel en niet te weinig. Dit heet peilbeheer. Om de hoogte van het water in een sloot of plas vast te houden, gebruikt het waterschap stuwen en sluizen.