Nieuwe regels voor beschoeiing

Beschoeiing is oeverbescherming langs de waterkant. Het is een wand van hout, kunststof of soms wilgentenen die het afkalven van de oever in het water tegengaat. Het bestuur van het waterschap heeft nieuwe regels voor het plaatsen van beschoeiing vastgesteld.

Het waterschap zorgt ervoor dat het water in de sloot goed kan doorstromen. Soms zakt een te steile slootkant in. De eigenaar van het land naast de sloot wil dan vaak een beschoeiing om de oever te beschermen. Maar is dit een taak van het waterschap? In de nieuwe regels staat duidelijk hoe het waterschap beslist of er een beschoeiing komt en wie hiervoor verantwoordelijk is.

Noodmaatregel

Vaak is een ingezakte slootkant namelijk geen probleem voor het doorstromen van het slootwater. Als de oever inzakt maar het water kan nog goed doorstromen, dan hoeft het waterschap niets te doen. De nieuwe regels leggen uit wanneer het waterschap wel of geen beschoeiing plaatst. Belangrijk zijn de risico’s voor het watersysteem. Een beschoeiing is een noodmaatregel.

Foto: soms is beschoeiing als noodmaatregel noodzakelijk bijvoorbeeld voor verkeersveiligheid. De ruimte tussen de beschoeiing en de kant werd gevuld met grond.

Natuurvriendelijke oever als alternatief

Het waterschap streeft naar minder steile en meer natuurlijkvriendelijke oevers. Deze mogelijkheid wordt eerst onderzocht als alternatief voor beschoeiing. Door minder steile oevers aan te leggen, kunnen er planten groeien die de waterkwaliteit verbeteren (bijvoorbeeld riet) en de oevers op een natuurlijke manier verstevigen. Natuurvriendelijke oevers zijn bovendien goed voor de biodiversiteit van plant en dier.