Bevers opsporen met DNA uit watermonsters
Het aantal bevers in ons gebied groeit. Dat is goed nieuws voor deze beschermde diersoort en voor de biodiversiteit. Maar op sommige locaties kan de bever door zijn gegraaf en door de aanleg van dammen, holen of burchten een gevaar zijn voor de openbare veiligheid. Daarom willen we weten waar bevers leven. We kunnen niet altijd alle beversporen vanaf het land en water zien. Zeker niet in deze periode, als alles begroeid is. Daarom zetten we een nieuwe manier in om bevers op te sporen: DNA halen uit watermonsters.
In elk levend wezen zit DNA. Het is een soort unieke code met allemaal informatie over het levend wezen. Dit is ook op te sporen in het water. Dat noem je 'Environmental DNA' (E-DNA), waarmee je kunt onderzoeken of er onder andere bevers in het water zitten.
Hoe werkt dit?
Om de zoveel meter wordt een monster uit het water genomen. Dit monster wordt in het lab door Aquon (specialist op het gebied van wateronderzoek) bestudeerd en er wordt gekeken of hier bever-DNA in voorkomt. En als er bever-DNA wordt aangetroffen, gaan we hetzelfde gebied nog een keer varen om kleinere potjes watermonsters af te nemen. Zo weten we nog nauwkeuriger waar de bevers écht zitten.
Hollandse Delta is één van de eerste waterschappen die deze manier inzet om bevers op te sporen. Als er via deze manier bevers worden aangetroffen, kan het waterschap maatregelen treffen zoals gaas in de kering drukken. Lees er hier meer over.
RTV Dordrecht maakte hier een mooi nieuwsitem over.